Kraakbeenletsels van de enkel

Het enkelgewricht (of tibiotalair gewricht) is de verbinding tussen het onderbeen (tibia) en de voet (talus). Om het gewricht goed te laten bewegen zit er een dikke laag kraakbeen op. Rond het gewricht zitten de enkelbanden om het stabiel te houden.

Schade aan het kraakbeen kan klachten in de enkel veroorzaken. Men maakt een onderscheid tussen schade door slijtage (degeneratief) of schade door een ongeval (posttraumatisch).

In een aantal gevallen wordt de schade veroorzaakt door een ongeval. Hierbij breekt er een stukje kraakbeen met het onderliggend been af. 

Blijvende last na een omgeslagen enkel kan bijvoorbeeld veroorzaakt worden door een onderliggend kraakbeenletsel. Dit is op een gewone röntgenfoto niet zichtbaar, maar wordt duidelijk op een gewone MRI of CT-scan met contrast. Osteochondrale letsels kunnen spontaan optreden of na een ongeval.

Een osteochondraal letsel veroorzaakt vaak een diepe enkelpijn die verergert bij belasting en verbetert bij rust. Ook het losgekomen stukje bot of kraakbeen zelf kan klachten veroorzaken (gewrichtsmuis). Hierbij ontstaat een plotse pijn in de enkel, met eventueel doorzakken tot gevolg. Vaak is deze pijn nadien ook meteen weer weg maar komt ze na een tijdje weer terug.

Bij deze patiënten zien we pijn bij het bewegen van de enkel, maar niet de typische pijn aan de voorkant zoals bij een voetballersenkel. 

De behandeling hangt af van de grootte van het letsel. Meestal zal via arthroscopie een ice-picking uitgevoerd worden. Hierbij wordt het beschadigde kraakbeen verwijderd en worden kleine gaatjes in het onderliggende bot gemaakt, waardoor dit gestimuleerd wordt om een kraakbeenachtig litteken aan te maken (fibro-cartilago). Na deze ingreep dient men zes weken krukken te gebruiken om dit weefsel de kans te geven op te groeien. 

Indien het letsel groter is of bij blijvende klachten kan een kraakbeentransplantatie overwogen worden (AMIC procedure). Deze technieken kunnen niet toegepast worden wanneer de kraakbeenschade veroorzaakt is door slijtage (artrose).