Hand en pols

Wat is het carpale tunnelsyndroom?

Het carpale tunnelsyndroom (CTS) is een beknelling van de middelste zenuw (nervus medianus) van de pols. Deze zenuw verloopt van de onderarm naar de handpalm via een tunnel, gevormd door de handwortelbeentjes en een stevig peesblad aan de handpalmzijde van de pols. Door die tunnel lopen ook de buigpezen van de vingers. De beknelling van de zenuw ontstaat door zwelling van het bindweefsel, waardoor de druk in de tunnel toeneemt.

Klachten

Wanneer de pezen opzwellen, leidt dit al gauw tot druk op de zenuw.

Klachten zijn:

• pijnlijke en tintelende vingers, vooral ’s nachts en bij het langdurig aannemen van dezelfde houding (bv. krant lezen, fietsen, telefoon vasthouden,...)
• verminderd gevoel in de hand, waardoor je zomaar dingen laat vallen
• een gevoel alsof de hand opgezwollen is

Is er verder onderzoek nodig?

Om de diagnose van CTS te bevestigen, is een spieronderzoek nuttig. Dit onderzoek, noemt men een EMG (elektromyografie), waarbij de handzenuwen doorgemeten worden met stroomstootjes. Eventueel kan men bijkomend een echografie van de pols / nervus medianus doen.

Behandeling

Aanpassing van de werkzaamheden. Relatieve rust en vermijden van manueel belastend werk. Bij lichte klachten kan de arts eerst ontstekingwerende medicatie voorschrijven, of overgaan tot een cortisone-injectie. Dit kan de zwelling doen afnemen, en de klachten kunnen na een tijdje verdwijnen. Soms kan de arts ook een brace of spalk voorschrijven om ’s nachts te dragen. Wanneer deze middelen niet meer helpen, is chirurgie meestal aangewezen.

Het doel van een operatie is om de druk op de zenuw weg te nemen (operatieve release).

Wens je graag meer info over deze ingreep? Download hieronder onze brochure.

Documenten